Geestelijke gezondheid

En maar wachten…

We kunnen er niet omheen. Mensen hebben psychische hulp nodig, maar de wachtlijsten zijn enorm. Een jaar geleden ging ik solliciteren, ik zou binnen deze job ‘iets’ mogen doen voor mensen op de wachtlijsten binnen de geestelijke gezondheidszorg. Ik kreeg de job en enthousiast ging ik aan de slag. De job gaf me vrijheid, uitdaging en ik kon er mijn creatief ei in kwijt. Bovendien zit ik hiermee ook in de sector waar ik mijn hart verloren ben en waar mijn diploma bij aansluit: de geestelijke gezondheidszorg. Niet onbelangrijk om weten: het betreft een tijdelijk job waar de Vlaamse regering eenmalig subsidies voor heeft vrijgegeven. Deze subsidies kwamen er in nasleep van de coronapandemie.

Niemand was me voorgegaan in deze job, dus moest ik heel erg hard zoeken. Ik stelde hiervoor vragen aan cliënten, hulpverleners en ervaringsdeskundigen, sloot me onder andere aan bij de Werkgroep Wachttijden van de Staten-Generaal voor de Geestelijke Gezondheid, ik ging gluren in Nederland en op bezoek in Het Wachthuis te Haacht. En hoe meer ik me verdiepte in die wachtlijsten en de wachtenden, hoe gefrustreerder ik werd. De groep wachtenden is groot en bovendien divers.

Laten we beginnen bij het begin: iedereen heeft recht op zorg en dus ook op zorg voor psychisch welzijn. Maar net daar komen we in de problemen: de zorgnood verhoogt. Daar zijn verschillende verklaringen voor: van het neoliberale maatschappijmodel tot de pandemie en de dreiging van de klimaatveranderingen. Dat die dingen er zijn, is een gegeven. Dat we daar iets aan kunnen veranderen of niet, laat ik hierbij buiten beschouwing. Feit is dat ‘dé GGZ’ zoals we die nu kennen niet aan de zorgnoden van die grote, diverse groep kan voldoen.

Binnen mijn project kom ik prachtige initiatieven tegen. Het is mooi om te zien hoeveel kleinschalige voorzieningen er bestaan om mensen verder te helpen in hun psychische welzijn. Het is ook triestig om te zien hoe versnipperd dit aanbod is. Veel van die zaken blijven hierdoor onder de radar. Het is daarnaast frappant hoe weinig geld hier naartoe gaat ten voordele van de zogenaamde gespecialiseerde GGZ in de grote instituten. Ondertussen zijn er nochtans allerlei laagdrempelige initiatieven waar mensen met psychische problemen terecht kunnen. Zo denk ik aan herstelcafés, inloopcentra, lotgenotengroepen of lokale initiatieven om mensen samen te brengen. Deze initiatieven zijn niet per definitie gericht op het ‘weer beter maken’ van mensen, maar hebben vaak wel een gunstig effect op het welzijn.

Toen ik in het kader van mijn werk op bezoek was in Het Wachthuis in Haacht, zei een van de wachters dat hij door het Wachthuis van de wachtlijst was kunnen gaan. Hij had met andere woorden daar gevonden wat hij nodig had en dat was geen gespecialiseerde GGZ. Ik denk dat we mogen erkennen dat sommige mensen geholpen zijn door nabijheid en zingeving. En het is net dat wat je in zulke laagdrempelige initiatieven vindt, of het nu een wachthuis, een inloophuis of een herstelcafé is. Tegelijkertijd moet de oprichter van bijvoorbeeld Het Wachthuis wel op zoek naar subsidies om te kunnen blijven bestaan. Ik moet eerlijk bekennen dat zo een wachthuis in het kader van mijn job een droom is, maar daar is ook hier geen budget voor. Dus roei ik met de riemen die ik heb, wetende dat ik enkel een doekje voor het bloeden aanreik en dat ik zelf graag zou hebben dat het op z’n minst een drukverband was geweest.

Ik word ondertussen dé WachtVerzachter binnen deze regio genoemd en ik merk bij mijn collega’s, of het nu leidinggevenden, hulpverleners of ervaringsdeskundigen zijn, erg veel goesting om mee te werken aan zulke initiatieven. Ik denk dat al deze initiatieven in het kader van wachtverzachting waardevol zijn en dat ze meer naar waarde geschat mogen worden. En begrijp me a.u.b. niet verkeerd, ook ik denk dat die gespecialiseerde zorg nog steeds nodig is voor bepaalde mensen. Maar ik denk daarnaast ook dat anderen dan weer wel correct geholpen worden bij meer laagdrempeligere initiatieven buiten de muren van de GGZ. Het is door o.a. die laagdrempeligere initiatieven dat de wachtlijsten korter kunnen worden en willen we dat tenslotte niet allemaal? De bovengenoemde wachter in het wachthuis heeft dat met enkele woorden prachtig geïllustreerd. Ik merk daarnaast dat mensen erin geloven, dat de tijd rijp is en dat mensen zich er ook achter willen zetten. Jammer genoeg zijn er amper middelen en is mijn functie zelfs beperkt in tijd. Dat is zelfs bijna hallucinant wanneer ik wekelijks nieuwsberichten zie passeren over deze wachtlijsten. Dit is geen probleem ten gevolge van de pandemie, dit is veel structureler…

Daarom zou ik graag een oproep willen doen om op z’n minst eens na te denken over hoe bepaalde middelen en werkkrachten verschoven kunnen worden zodat iedereen die hulp nodig heeft sneller geholpen kan worden. En waarbij elke persoon en dus ook elk type initiatief evenwaardig benaderd wordt: de ene persoon in een inloophuis en de andere persoon op een gespecialiseerde afdeling binnen het psychiatrische ziekenhuis. Ik zeg dit niet uit jobbehoud, hoewel ik deze job graag doe, wel omdat de nood hoog is, héél hoog.


Els Lambrecht
Projectmedewerker “WachtVerzachter”

foto: Krizjohn Rosales via pexels.com

4 gedachten over “En maar wachten…”

  1. Ken je het boek ‘Goede GGZ’ van Philippe Delelespaul? Hij geeft aan dat we heel goed moeten nadenken waar we onze middelen op inzetten en pleit voor laagdrempelige online modules en de inzet van meer ervaringsdeskundigen en andere inloopinitiatieven. In plaats van financiering van de ziekenhuizen, zou een pot geld naar de regio moeten gaan die dan de middelen efficiënter verdelen om zo tegemoet te komen aan de noden van de bevolking met meer laagdrempeligere initiatieven. Ook het boek over netwerkpsychiatrie is goed: https://www.bol.com/be/nl/p/netwerkpsychiatrie/9300000005048226/?bltgh=qwUdCjgQfMN6k7iNiBZF9A.4_14.15.ProductPageUrl

    Geliked door 1 persoon

    1. Ik heb het boek nog niet gelezen, ik ken wel Philippe Delespaul. Ik heb niet zo lang geleden met hem gesproken en een lezing van hem gevolgd, die ging over GEM. Ik ben écht helemaal mee in zijn idee, hélemaal! Hij vond mijn frustraties overigens herkenbaar. Ik vermoed ook dat die voor wel meer mensen herkenbaar zijn.

      Like

Plaats een reactie